1. Kies een vast tijdstip
Ieder tijdstip om te sporten heeft zijn voor- en nadelen. Uiteindelijk is het beste tijdtstip, het tijdstip dat je het volhoudt. Maar probeer elke dag rond dezelfde tijd te sporten. Op die manier wordt het een vast onderdeel van je dag. Wel heeft onderzoek aangetoond dat mensen die ’s ochtends sporten, het beter volhouden. Als je moe bent na een lange dag werken, dan heb je misschien weinig puf om nog te sporten. En van uitstel komt afstel… Dus door ’s ochtends te trainen, heb je het meteen gehad. Bovendien voel je je de hele dag lekker in je vel dankzij de energieboost en de endorphinen die vrijkomen tijdens sporten.
2. Begin met kleine stapjes
Beginnersenthousiasme is leuk, maar kijk uit dat je jezelf niet te snel opbrandt, want dan ben je eerder geneigd het op te geven. Zeker als je al lang niks aan lichaamsbeweging hebt gedaan, is het belangrijk om rustig aan te beginnen, zodat je lichaam langzaam kan wennen zonder teveel lichamelijke stress. Begin gewoon met 10-15 minuten per dag en bouw het langzaam op. Focus in het begin op het vormen van een gewoonte in plaats van afvallen, conditietraining of wat je doel ook is. Daarna kun je langzaam experimenteren door iets langer te trainen. Bijvoorbeeld 45 minuten. Kun je die tijd eenmaal goed volhouden, dan kun je de lat weer een treetje hoger leggen door intenser te trainen binnen die tijd.
3. Maak het leuk
Als je sporten niet leuk vindt of het associeert met pijn, dan zul je het niet lang volhouden. Maar als sporten leuk is, dan verheug je je er juist op. Dus probeer het zo leuk mogelijk voor jezelf te maken. Kies een sport die je echt leuk vindt. Zumba, hoelahoepen, fitness, joggen, lekker lang wandelen… er is volop keus! Sommige mensen vinden het prettiger om gewoon thuis of in de buitenlucht te sporten, maar voor anderen zal juist een sportschool een motivatie zijn. Word je bewust van wat je eigenlijk leuk vindt en wat je motiveert. Wees je ook bewust van de beweging die je doet, van je ademhaling, van je omgeving… Op die manier kun je ook mindfulness beoefenen tijdens het sporten, waardoor je er meer van kunt genieten.
4. Wissel af
Elke dag dezelfde fitness-dvd, sportschoolapparatuur of hetzelfde jogrondje kan snel gaan vervelen. Dus wissel het een of twee keer per week af met iets anders. Door een andere vorm van lichaamsbeweging te beoefenen, train je ook weer andere spieren. Dat is goed voor je conditie en geeft je spieren de kans om te herstellen van alsmaar dezelfde bewegingen.
5. Zorg voor een rustdag
Herstellen is heel belangrijk. Dus geef je lichaam een dagje per week rust om bij te komen. Maar je hoeft ook weer niet helemaal te stoppen met sporten, zeker niet als je weet dat je daarmee makkelijk uit je rite raakt. De neiging om ook na je rustdag een dagje over te slaan kan dan al snel om de hoek loeren. En een dagje wordt al snel twee daagjes, of drie… En voor je het weet lig je eruit. Dus kies gewoon voor iets rustigs, zoals een mooie meditatieve wandeling.
6. Sport met anderen
Sommige mensen vinden het juist lekker om alleen te sporten, maar de meeste mensen zullen er baat bij hebben om met een maatje te sporten. Door met elkaar af te spreken, zul je makkelijker doorteren op je plichtsbesef, zelfs als je eigenlijk ‘geen zin’ hebt. Moedig elkaar aan. Ook als je geen vast maatje hebt, dan kun je alsnog in groepsverband sporten, zoals bijvoorbeeld met spinning, zumba, aerobics of steps. De groepsatmosfeer die onstaat tijdens een sessie is erg stimulerend om door te gaan, en je leert misschien nog nieuwe mensen kennen ook.
7. Beloon jezelf
Beloningen zijn een sterke motivatie. Dus stel een doel voor jezelf, bijvoorbeeld 6 dagen achter elkaar sporten, en beloon jezelf aan het einde. Je hoeft de teugels heus niet altijd strak te houden.